Een wijkwarmtepomp haalt warmte uit bijvoorbeeld de bestaande lucht, uit water of uit een andere bron zoals een WKO, en verwarmt dit tot water van 45 graden. Het verwarmde water stroomt vervolgens via een warmtenet naar de huizen in de buurt. In een buurtstation staan één of meerdere wijkwarmtepompen. Hoeveel er staan, ligt aan het aantal woningen dat aangesloten is op het warmtenet. Er kan ook gekozen worden voor meerdere stations met één pomp. Er wordt een gasgestookte ketel bijgezet voor de extra koude dagen.
